Over verdriet en andere ondeelbare zaken, #2
January 13, 2015 § Leave a comment
Toen ‘Charlie Hebdo’ gebeurde, was ik in een van mijn thuisen. Tienhoven in dit geval, bij mijn ouders, in behoorlijke isolatie van de wereld waar dingen gebeuren, op een zolderkamer met een muur vol post-its met concepten en ideeën, gepaard met uitroep- maar vooral veel vraagtekens. Ook wel de muur der wanhoop genoemd. Er gebeurde niet zoveel, ik hoorde het nieuws en dacht ‘jeetje, wat erg’. Las weer verder over governmental rationalities, governing die performed wordt through autonome subjects, niet on passieve vormen ervan. Gooide mijn pen in de hoek uit frustratie over een onmogelijk leesbaar artikel. Waarschijnlijk begrijpt alleen Foucault zelf Foucault, en of alle andere mensen die doen alsof ze hem begrijpen dat ook echt doen, kan niemand controleren aangezien de beste man er niet meer is.
Pas toen ik ’s middags Skypte met een vriend die vroeg of ik “het gezien had, van in Parijs” dacht ik “wacht even, dit is wellicht wat groter dan ‘jeetje wat erg’”. De media vond in elk geval van wel. Sensationeel nieuws ook, ineens. De website van NRC toonde een live-blog en later achtergrondartikelen in zwart met geel, schreeuwende koppen, ik kreeg er een James Bond-gevoel van, elke scheet een nieuwsfeit, collectieve schok en verontwaardiging. Ik keek een filmpje, hoorde de geweerschoten, zag de mannen in zwart wegrennen en kreeg er kippenvel van: er zijn onschuldige mensen doodgeschoten, zomaar overdag, in hartje Parijs.
Inmiddels is het ietsje meer nieuws, maar de wereld vergat toen dat er op dezelfde dag tweeduizend mensen vermoord werden in Nigeria. Tweeduizend, dat zijn zes MH17’s. Alleen zat die niet vol met Nigerianen.
“Dat mag je niet met elkaar vergelijken”, zei een kennis toen ik het hier met diegene over had. Of het ‘mag’ of niet, daar ga ik gelukkig niet over, maar ik begrijp het punt wel. Mensen voelen zich doorgaans aangevallen als je zoiets zegt. Het zit door mijn werk toch een beetje in mijn systeem om zo af en toe een opmerking te maken over het leed dat we gemakkelijk vergeten en ik ontzie mezelf daarbij overigens niet, want ook ik douche soms een minuut of duizend te lang, koop Milka-chocola omdat alleen die de Oreo-variant heeft, ook al is ie niet fairtrade, ik sta geen tienden af, ben vaker chagrijnig dan me lief is, en ik heb mijn leven nog niet opgegeven om in dienst van de Wereldwijde Ellende en Zielige Mensen de Problemen op te lossen. Goed. Maar zo’n vergelijking is niet bedoeld om ander leed en verontwaardiging te relativeren. Het is beseffen dat het dubbel zo erg is: er zijn twaalf mensen doodgeschoten in Parijs, er zijn tweeduizend mensen vermoord in Nigeria, een dag later werden er mensen gegijzeld in Parijs en stierven er weer, er ontplofte een bomgordel om een 10-jarig meisje op een markt in Nigeria. Het is allemaal even gruwelijk en we zouden ons er op zijn minst bewust van moeten zijn dat ons vermogen tot medeleven zich beperkt tot mensen die op ons lijken (is dat het? Ik kom er niet uit). Geen relativering dus, wel een aanval op onze selectieve verontwaardiging, want daar word ik toch echt chagrijnig van.
3,7 miljoen mensen liepen in Parijs, afgelopen zondag. Ik vind daar vanalles van, maar dat is nu even niet relevant. Dat leidt maar af van het punt dat ik eigenlijk wil maken: dat we, de verdedigers van vrijheid in de breedste zin, bijzondere empathie kunnen tonen, eendracht, solidariteit.
(Oke, toch even zuur: we hebben daar blijkbaar een collectieve vijand voor nodig. En je wordt toch wel cynisch als je ziet welke wereldleiders er als bij toverslag verdedigers van het vrije woord zijn. We zijn zó bang voor ‘moslimterroristen’ dat we met miljoenen de straat op gaan. Of nee, we tonen aan dat we juist niet bang zijn. Ik weet het niet meer, hoor).
Het werkt, die angst. Ik ben ook een beetje een angsthaas. Ik zat op vrijdagavond in de metro in Amsterdam en betrapte me erop dat ik even dacht ‘stel je voor’. Of: het zal je kind zijn, je opa, je man of vrouw. Het komt dichtbij, geografisch maar ook cultureel. Want Frankrijk lijkt op ons, dus wat daar gebeurt, dat kan ook bij ons gebeuren en dáárom vinden we het eng, en erg. Nigeria? Dat ligt in Afrika. Daar maken ze elkaar al eeuwen af. Zal onze tijd wel duren.
Ook ik voel meer empathie, of beter gezegd: meer schok bij ‘Charlie Hebdo’. Omdat de kans dat zoiets in Nederland gebeurt nu eenmaal groter is dan dat Boko Haram Tienhoven in de fik komt steken, komt uitmoorden. Toen ik de Nederlandse paspoorten tussen de wrakstukken van MH17 zag liggen kreeg ik ook koude rillingen. Ik weet zeker dat dat niet zo was geweest, of in elk geval minder, als die paspoorten Frans, Duits, of Spaans waren geweest. Ik ben nu eenmaal Nederlander, dus ‘mijn mensen’ waren dood. Terwijl ik altijd claim niet nationalistisch te zijn.
Is dat dan allemaal erg? Ik denk het niet. Het wordt pas erg als het daarbij ophoudt.
Ik krijg namelijk óók (maargoed, ik ben een emotionele sok) buikpijn als ik lees over Syrische vluchtelingen en sneeuw. Ik zat gisteren te huilen na het zien van ‘The Imitation Game’, waarin het leven van de genie Alan Turing wordt beschreven, inclusief zijn zelfmoord nadat hormoonbehandelingen tegen zijn homoseksualiteit waren begonnen, opgelegd door de Britse regering. Nu ik meer en meer Burundezen ken, slaap ik minder goed door de wetenschap dat ook hun broers zonder pardon doodgeschoten kunnen worden buiten de poort van hun huis, zoals het laatst de broer van een collega trof. Dus ook daar: wat dichterbij komt, treft je harder.
Fantastisch is het, dat er zoveel mensen op de been zijn om solidariteit te betonen, om te laten zien dat ‘wij’ zo’n sterk belang hechten aan het vrije woord. Dat is een enorme kracht die we nodig hebben, die misschien de kracht van Europa toont? Dat weet ik niet. Maar het is iets om te koesteren. (Ondanks het feit dat het recht te beledigen, waar Charlie Hebdo dankbaar gebruik van maakt, niet mijn stijl is en ik zelfs denk dat het polariserend werkt. Ondanks de islamofobie. Ondanks de koude rillingen die ik kreeg van de speech van Rutte op de Dam, en dan niet per se omdat ik het zo mooi vond. “(…) omdat met vrijheid en democratie nooit gemarchandeerd kan worden. (…) halve vrijheid bestaat simpelweg niet. (…) wij laten ons onze vrijheid niet afpakken (…) handen af van onze vrijheid.” Ikke ikke ikke, en de rest… “Onze” vrijheid. Het is bijna enge retoriek. Welke ons? Een paar dagen geleden las ik een nieuwsbericht over een Burundese vrouw met twee jonge kinderen (3 en 4 jaar oud) die terug moeten naar Burundi. Ik geef mijn Burundian Bias ruiterlijk toe. Ik heb geen idee wat de context van dit verhaal is, ik weet enkel wat in dit bericht stond. Dat de vader spoorloos verdwenen is, dat de moeder 5 jaar geleden uit Burundi naar Nederland kwam. Die twee kinderen zijn dus in Nederland geboren. De asielaanvraag van de moeder is afgewezen, het gezin is tot twee keer toe opgepakt, zit nu in het uitzetcentrum in Zeist. De moeder werkt niet mee aan haar uitzetting (gaat dit over mensen? Zeehondjes zet je uit, in de Noordzee). Ik wilde dat ik kon zeggen dat het procedureel vast allemaal klopt, maar ik weet dat zelfs dat niet per se zo is. Nog los van het feit dat ik de Nederlanse wetgeving op dit gebied inhumaan vind. Maar wat pas écht heel wrang is: ‘onze’ vrijheid, die geldt niet voor hen. Uiteraard is zij hier omdat zij in haar moederland een gebrek aan vrijheid ervaart. Maar onze vrijheid, die is voor óns. Selectieve vrijheid, dus, waar je vrij gemakkelijk mee kunt marchanderen. Ondanks de sensatie. Ondanks de radio-reporter die in Haarlem was, op hetzelfde plein dat een paar weken daarvoor nog vol stond voor Serious Request, met een sfeer die “toen wel heel anders was” (!? Ja, hij zei het écht. Bedankt Lisette voor deze input). Ondanks de gezamenlijk gecreëerde vijand en ‘othering’.)
Maar we blijken niet in staat dezelfde solidariteit, hetzelfde medeleven te betonen met mensen verder weg, net zo onschuldig. Dit is niets nieuws – maar dat wil niet zeggen dat we het niet moeten benoemen.
Misschien lost het niets op stil te staan bij alles wat er in de wereld gebeurt. En natuurlijk hebben de 2000 Nigerianen er niets aan als ik weet dat ze dood zijn. Ze komen er niet van terug. Maar concreet gezien lost met 3,7 miljoen mensen door Parijs lopen ook niets op, als we niets veranderen aan intrinsiek scheve en onrechtvaardige geopolitieke verhoudingen, welvaartsverdeling, westerse hegemonie, als er nog steeds geen antwoord komt op populisme dat enkel polariseert. Bovendien gaat het niet om het oplossen van een probleem (behalve dan het probleem van selectieve verontwaardiging), het gaat om iets veel groters: dat het bereiken van wereldvrede [ja, ik geloof daarin! Niet dat ik het ooit zal meemaken, maargoed, ik heb een beetje idealisme nodig, anders kan ik er net zo goed meteen mee ophouden en alleen nog maar slavenchocola eten, Primarkjes kopen en de hele dag tv kijken] simpelweg nooit een realiteit zal worden zolang wij onze waarheid waardevoller achten dan die van hen, en onze zo geliefde vrijheid selectief blijven toepassen.
Leave a Reply