Hakketakkeblog – voorlopige versie.
May 6, 2015 § 2 Comments
Op eerste Paasdag vloog ik naar Bujumbura, Burundi en op 4 mei stond ik onverrichter zake weer op Schiphol. Wel met een paar kekke nikies, tweedehands gekocht op de markt in Kigali. De symboliek van het vertrek mocht niet baten, die van de terugkomst bleek goed gepland. ’s Avonds keek ik naar de Dodenherdenking op televisie; er werd ons te verstaan gegeven dat we de Nederlandse oorlogsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, en Nederlanders omgekomen bij vredesoperaties daarna, dienen te herdenken. Natuurlijk: het is de Nationale dodenherdenking, grenzeloos herdenken doen we niet. Stiekem heb ik ook aan de Burundese demonstranten gedacht, die opkomen voor hun rechten te demonstreren tegen iets dat naar hun mening tegen hun grondwet ingaat. En aan de Burundese politieagenten die, in opdracht van hogere echelons, in de frontlinie staan, met scherp schieten op diezelfde demonstranten, veelal studenten.
Sommige dingen wennen blijkbaar nooit helemaal, ook al ben je maar een maandje weggeweest. Dat er mineraalwater uit onze kranen komt (waarmee we onze wc doorspoelen en onze lijven schoonmaken), ik denk niet dat ik dat ooit normaal kan vinden.
Het overheersende gevoel is toch wel dat ik hier nu niet zou moeten zijn, maar het lastige is dat ik nu ook niet in Burundi zou moeten zijn, dus waar dan wel?
Een vriendin mailde me met een hoop ‘shit’-voorzetsels, in reactie op mijn berichten uit de regio, en shit is inderdaad wel het woord dat de situatie het beste omschrijft. Shit op heel veel niveaus, te beginnen met dat van de doorsnee Burundees die, na jaren burgeroorlog wellicht weer een klein beetje hoop had, om vervolgens tien jaar mismanagement te zien, loze beloftes, instortende koffiemarkten, overheidsbudget voor landbouw waar je broek van afzakt, een steeds autoritairder regime en in plaats van ontwikkeling, achteruitgang. En dan nu deze crisis.
Duizenden vluchtelingen in Rwanda, uit angst voor wat kan komen, gezien de geschiedenis van het land niet heel gek. Ik maak me normaal gesproken al bovengemiddeld druk over dit soort dingen, moet regelmatig een potje janken bij het zien van een documentaire en als het me lukt mijn cynisme te overwinnen, krijg ik daar dan vervolgens meestal energie van, red de wereld, enzo. Maar als die dingen dan gebeuren in een land dat je redelijk kent, waar je je in elk geval de afgelopen jaren intensiever mee bezighoudt, en waar je ook echt mensen persoonlijk kent die met je bespreken of en wanneer ze zullen vluchten: dan komt het wel heel dichtbij. Dat is een open deur, maar daarmee niet minder waar.
En het rare is dat ik het me nog steeds niet kan voorstellen, vluchten, of wat de situatie echt betekent. Als een goede vriend vraagt of hij uit voorzorg zijn laptop (een van zijn meest dierbare bezittingen) alvast bij mij thuis kan achterlaten, zodat hij die niet hoeft mee te nemen als ze moeten vluchten, als dat moment komt, dan raakt dat me misschien wel zoveel dat ik het niet meer voel? Het is gewoon onwerkelijk. Als ik eraan denk dat diezelfde vriend inderdaad misschien wel echt moet vluchten, terwijl hij de afgelopen jaren zoveel heeft opgebouwd voor zichzelf en zijn gezin: een steeds betere baan, stromend water aangelegd, onlangs zelfs elektriciteit… het idee dat hij dat misschien allemaal moet achterlaten, alleen maar (?) omdat er een aantal gekken op nationaal niveau niet lijken te begrijpen wat de consequenties van hun honger naar macht (/angst voor gerechtigheid, of hoe je het wilt noemen) zijn… en mijn onvermogen dat dus echt te begrijpen. Gelukkig maar, misschien. Ik slaap er vooralsnog niet beter van.
Of de banaliteit, de heel alledaagse consequenties: dat het hele leven stilligt, mensen niet kunnen werken, en dus ook geen inkomsten hebben. Alles gaat goed, vertelde een andere vriend in een toch ook onrustige wijk, maar het werd financieel allemaal wel wat penibel. Bij crisis denk je toch vooral aan bommen en granaten (die laatste helaas vrij letterlijk), maar dat er ook heel veel, veel kleinere effecten zijn, daar stond ik niet zo bij stil. Maar natuurlijk, het is zoveel groter dan alleen de protesten.
De andere niveaus zijn wat minder relevant: dat het onhandig was dat ik vast zat in Kigali met alleen mijn safari gear, dat het een enorm gedoe was al mijn bagage bij me te krijgen (ik kon zelf niet terug naar Bujumbura), dat ik de opdracht waarvoor ik op pad was, niet uit kon voeren, wat de eventuele consequenties voor mijn PhD-onderzoek zijn (hallo levenswerk), dat ik ultiem gefrustreerd opeens weer naar Nederland moest, met het gevoel dat ik alles en iedereen achterliet, niemand gedag kon zeggen, maar in de wetenschap dat aanwezig zijn in Bujumbura toch ook niemand goed doet… ja, da’s allemaal maar bijzaak. Wel shittige bijzaak.
Hakketak, wat is er precies gebeurd? Ik vloog vol goede moed ofwel naïviteit naar Bujumbura, een maand geleden: ik zou een evaluatie-onderzoek uitvoeren naar een aantal ontwikkelingsprogramma’s. Ik werkte een week, toen ging ik op vakantie. Dat stond al gepland. Die vakantie was te gek, daarover later meer. En ongemakkelijk, het voelde bijna verkeerd, zeker achteraf.
Vanaf het eindpunt van de vakantiebestemming, Kigali (Rwanda), zou ik terugvliegen naar Bujumbura. Op die dag maakte de regeringspartij bekend dat dat huidige President gekozen was als nieuwe Presidentskandidaat; een beslissing die slecht viel bij de gehele oppositie, de Burundese katholieke kerk, de internationale gemeenschap, en een deel van de regeringspartij zelf. Een president in Burundi mag namelijk maar twee termijnen zitten, en die twee zitten er nu op voor Nkurunziza, sinds 2005 president. Hij is de eerste keer niet gekozen na algemene verkiezingen, maar aangesteld na de vredesonderhandelingen. Volgens hem telt die eerste keer niet, en kan hij best nog een keertje vijf jaar. Het Constitutionele Hof in Burundi heeft dit inmiddels goedgekeurd (ondertekend door 5 van de 7 leden, en de Vice-President van het Hof is naar Rwanda gevlucht: hij was tegen. Dit komt de legitimiteit van deze beslissing niet ten goede, zou je denken).
Sinds zondag 27 april zijn er demonstraties in met name de buitenwijken van Bujumbura, waarbij een tiental doden zijn gevallen en tientallen gewonden. De politie schiet her en der met scherp op demonstranten, er gaan verhalen dat de (deels gewapende) jeugdliga van de regeringspartij meer en meer actief zijn tegen de demonstranten, het leger is vooralsnog neutraal. De internationale gemeenschap spreekt haar zorgen uit, Rusland en China blokkeren een resolutie in de Veiligheidsraad van de VN (Burundese soevereiniteit!), buurland Rwanda laat zich (onverwacht) kritisch uit, de rest van de East African Community houdt zich nogal stil. Burundese radio’s zijn stilgelegd, persvrijheid ligt aan banden, mensenrechten worden geschonden, de door het westen getrainde politie gedraagt zich niet zoals zou moeten, Nederland ‘betreurt de situatie’, ‘maakt zich zorgen’, Nederlandse media storten zich op etniciteit als uitleg van een puur politiek conflict, de nuance is zoek, en het is wachten op wat komt.
In een notendop.
Gisteren was het 5 mei: dan vieren wij onze vrijheid. Eigenlijk zou ik die harder dan ooit willen vieren, hoe exclusief onze vrijheid helaas ook is, hoezeer ik het ook niet eens ben met verschillende vrijheidsnarratieven die de afgelopen maanden door de Nederlandse media sijpelen, maar vieren, dat voelde toch ook niet goed. Gelukkig hielp het weer mee, had ik een excuus, kon ik achter mijn laptop geplakt blijven volgen wat er gebeurt in Burundi, praten met Burundese vrienden die allemaal verschillende analyses hebben, kijken naar een filmpje van de president op campagne in het noorden van het land, nota bene de plek waar de meeste mensen gevlucht zijn, dansend, eten uitdelend, alsof zijn hoofdstad niet in brand staat.
Nee, de Paassymboliek heeft vooralsnog niet mogen baten.
Vorig jaar april was er een dag dat iedereen met de telefoon aan het oor naar de radio luisterde. Parlementair debat over de derde termijn werd me verteld en dat de angst voor onrust er diep in zat. Het parlement stemde toen met 1 stem verschil tegen die derde termijn. Opgelucht werd er adem gehaald… Te vroeg bleek achteraf. Het is zo jammer, iedereen in Burundi wil zo graag verder komen en alle twisten achter zich laten.
Ha Edwin, goed van je te horen – en inderdaad, dat herinner ik me ook nog… Het mocht niet baten. Had jij nog plannen die kant op te gaan (hoewel nu niet, uiteraard)?